Sommige zeggen dat de wereld zal eindigen in vuur. Sommige zeggen in ijs...Van wat ik ervaren heb als verlangen, verkies ik vuur. Maar als ik tweemaal moest vergaan...Denk ik genoeg van haat te kennen...Dat ik kan zeggen, voor afbraak, ijs...Ook geweldig is...En zou volstaan. Vanaf bovenaf viel de sneeuw van de toppen van de hoge bergen lichtjes naar beneden. Moon kon gemakkelijk door de sneeuw vliegen, want ze was hier in haar element, maar nu ging het haar te moeizaam. Met de wind die haar alle kanten uitstuurde, kon ze niet éen minuut op één rechte lijn blijven. De wind waaide zo hard tegen haar rug, waardoor ze opbotstte tegen éen van de bergen. Ze was zo hard tegen de berg opgebots, dat ze eventjes een ogenblik bewusteloos was, en op de zachte- besneeuwde grond viel. De sneeuw van de berg viel van de berg af, en bedektte Moon helemaal onder de sneeuw. Als er nu niet snel hulp zou komen, zou ze vast sterven van de koude. Opeens gloeide haar amulet rond haar nek helemaal rood, en liet de sneeuw, op haar lijf helemaal smelten. Eindelijk was Moon weer een beetje bij bewustzijn, maar duizeldde ze wel nog een beetje. Ze stond; al waggelend op, en viel bijna weer om, maar ze kon zich net nog vastgrijpen, aan een takje die uitstak, boven haar kop. Ze spreidde haar vleugels weer terug, en steeg op. Ze verkendde zo het gebied van bovenaf. Ze zocht achter een grot, waar ze voor eventjes op krachten zou kunnen komen, voor de sneeuwstorm kwam. Na een kwartiertje te zoeken vond ze eindelijk een goede grot, waar ze zou kunnen schuilen. Ze liep erin, en ging voor de ingang liggen, starend naar buiten.