White vloog met uitgestrekte vleugels over de bergen. Daarnet bevond ze zich nog op de schuilplaats, maar even wilde ze gewoon eens uitblazen. Wat was alfa zijn toch moeilijk. En nu ze Novem al een hele tijd niet meer gezien had wist ze ook even niet meer wat te doen. Het alfa leven werd haar op een duur wat te zwaar. Misschien dat ze ooit haar alfaschap zou doorgeven. Maar dat was al zeker niet van sprake geweest. En dat zal ook nog niet gebeuren. Eerst wilde White verder doen, ze wilde haar leden niet teleurstellen. Nee, ze is en blijft de alfa. Tot haar dood! Toen een luide brul weerklonk en echode keek ze raar op. Iemand brulde, naar haar? White wist even niet wat te doen, zou er eropaf gaan of niet? Even twijfelde ze, maar besloot dan toch te gaan. Toen ze in de verte een witte draak met licht roze ogen zag zitten op een berg vloog ze er met een enorme snelheid op af. "Je brulde?", vroeg ze en zette zich naast de draak waarna ze een neutrale glimlach op haar gezicht zette en wachtte of een degelijk antwoord van de draak. Ze was hier ook niets voor niets gekomen.