Geslacht : Aantal berichten : 93 Punten : 126 Join date : 12-04-09
Dragon World Leeftijd: de tel kwijt XD Temmer\draak: Geen Partner: geen
Onderwerp: [Verhaal] Naamloos za maa 06, 2010 10:34 am
Ja, de titel van het verhaal is naamloos Jullie zullen vanzelf wel merken waarom :}
Proloog
Ik maakte mezelf altijd wijs dat het zo gemakkelijk was, dat het normaal was en alles weer goed zou komen. Maar diep van binnen wist ik dat dat niet meer als een ordinaire leugen was. Telkens als ik in de spiegel keek zag ik een doodnormaal meisje met trieste ogen. Ogen die haar hele verhaal vertelde, aan diegene die ze konden lezen. Kan jij ze lezen? Begrijp jij meer van mijn leven als ikzelf doe? Ik ben de weg kwijt, en dat zal ik dan ook niet ontkennen, maar hoe kom ik weer op de weg terug als er geen richtingsbordjes zijn? Waarom kijkt niemand dieper als mijn huid, en doet niemand zich de moeite voor een niemand als mij? Ik ben gebroken, diep van binnen, een open wond die langzaam zal helen en na een lange tijd een voor altijd zichtbaar litteken vormen. Want immers, al vindt ik de weg terug, het verleden zal me altijd achtervolgen. Dus wat heeft het nog voor een zin? Waarom blijft dit hoopje miserie hier niet wegkwijnen? Dit zijn harde woorden, maar wel ware woorden. Met leugens en bedrog heb ik al genoeg te maken gehad.
Langzaam dwarrelde duizenden sneeuwvlokjes omlaag en belandde op de grond. De lucht was wit gekleurd, zoals deze al een week lang was. Dat betekende dat het koud zou worden. Sabrine sloeg haar felrode sjaal over haar schouder heen en huiverde even door de kou van de grond. Want dat was haar plaats immers, een plaats die ze zelf had gekozen. Haar heldere, groene ogen keken om haar heen, scherp zoals altijd. Moe van de strijd tegen de kou liet ze haarzelf onderuit zakken en keek zo naar het zwarte dak. Een ademwolkje verliet haar mond en steeg op, totdat hij in het niets verdween. Soms wenste ze dat ze dat zelf ook kon. Zomaar van deze aardbodem verdwijnen. Even bleef Sabrine naar de plek waar het ademwolkje was verdwenen staren, gefascineerd hief ze haarzelf weer op en liet haar ogen vervolgens over het steeds wittere landschap glijden. Mensen met koffers en met flinke haast passeerden haar zonder haar één blik waardig te gunnen. Een vrouw in een dikke winterjas liep langs maar bleef naast haar staan. Verbaasd keek Sabrine omhoog naar de vrouw waardoor haar krullend, bruine haar naar achter viel. “Ik weet dat ik me hier niet mee mag bemoeien, maar ik bel de politie, voor je eigen bestwil,” zei de vrouw beslist en liet haar lichtblauwe ogen over het lichaam van het meisje glijden, waarna ze bleven rustten op haar groene ogen. “Nee,” zei Sabrine verassend sterk en beslist, ze vervolgde “Ik wil alles aan u vertellen, uitleggen wat ik hier doe, maar…” ze sloeg haar ogen neer en sloot haar mond. “Maar?” vroeg de vrouw streng. Sabrine wierp haar een hatelijke blik toe maar zweeg toen even. “Maar u zou het niet begrijpen,” maakte ze haar zin twijfelend af en keek weer omhoog. De vrouw zocht haar woorden bij elkaar en opende haar mond al om iets te zeggen, wanhopig zochten haar ogen de groene diamanten, maar toen ze die bereikten kwamen er geen woorden uit haar mond. Ze zweeg. Na een paar seconden sloot ze haar mond en zuchtte diep. “Ik moet gaan,” zei ze en verdween de stationshal in. Sabrine keek de vrouw verwonderd na en pakte haar kapotte tas en raapte haar portemonnee op die er uit was gevallen. “Waar nu heen?” fluisterde ze en keek met haar groene kijkers rond, ze had nu geen rechten meer, maar ook geen plichten. Alsof een zware last van haar schouders was gevallen. Zonder überhaupt een beslissing te hebben genomen stapte ze een willekeurige straat in. De eerste sneeuwvlokjes raakten haar jas en smolten langzaam, waarna ze als waterdruppeltjes de grond raakten. Ze volgde een sneeuwvlokje totdat deze haar jas raakte en de grond uiteindelijk raakte. “Hoe ben je hier beland, sneeuwvlokje?” fluisterde ze zachtjes en zuchtte licht. Sabrine keek op, terwijl er nog een vraag in haar opkwam. “Hoe ben ik hier beland?” fluisterde ze toen en kneep haar ogen dicht. Ze wilde er afstand van nemen, er niet meer aan denken en verbannen uit haar gedachtes. Maar dat lukte niet. Al snel rolden tranen over haar wangen, verschillende mensen keken verwonderd naar haar, maar die schaamte had ze al een lange tijd geleden overwonnen. “Hoe ben ik hier toch gekomen?”.