Rainbow vloog laag over het land in de stromende regen. toen ze vlakbij de bergketen vloog ontdekte ze een grot. 'daar kan ik wel een paar uur rusten.' dacht Rainbow en ze steek neer vlakbij de opening. na door een tunnel gelopen te hebben kwam ze uit in een enorme ruimte waar nog vele andere kleinere grotten waren. Rainbow rook geen geur van een andere draken. 'Hallo is daar iemand?' vroeg ze en terwijl Rainbow op antoord wachten schudden ze de regendruppels uit haar vacht.
maar die kwam niet ze vloog naar de hoogste grot en nestelde zich in het oude stro. 'morgen ga ik nieuwe halen.' dacht Rainbow en ze viel in slaap.
na een paar uur geslapen te hebben ontwaakte Rainbow en ze rekte zich helemaal uit.
het was buiten stil, geen wind die hard loeiend langs de grot woei. geen regenbuien die de wereld bevochtigde. Rainbow sprong uit haar hoog liggende grot en liep door de tunnel naar buiten. de zon scheen fel en nu pas viel haar op dat 500 meter bij de grot vandaan een meer lag, waar herten en ander wild naar toe kwamen om hun dorst te lesen. Rainbow sloeg haar vleugels uit en sprong de lucht in waar naar ze naar het meer vloog om wat te geen drinken. bij de landing rende vele dieren hard piepend weg, maar Rainbow liet zich vol op een everzwijn vallen van uit de lucht. onder luid gekrijs klemde Rainbow haar kaken rond de kop van het everzwijn en brak de nek van het schrijkende dier. de stilte die daar op volgde at Rainbow haar ontbijt rustig op.