Shetani liep samen met Piosen de Markt op. De kap over haar hoofd liet haar gezicht niet zien, maar als je niet beter wist zou je absoluut denken dat ze zielig was. Net zoals Piosen, die er ook niet erg vrolijk uitzag. Langzaam liep ze tussen de grote groep mensen door. Sommigen keken om, om te zien wat er met dat kleine meisje aan de hand was. En wat ze met dat draakje deed. Zonder dat de mensen het zagen, lag er een duivels grijnsje op haar gezicht. Wat hield ze hiervan. En al die mensen wisten van niets. Snel schoot ze een klein steegje in. Hier was niemand. Ze hadden geluk. Meteen zag Shetani dat er tegen de muur aan modder op de grond lag. Snel nam ze met haar hand een veeg en smeerde dit over haar gezicht. 'Kom eens dichterbij.' fluisterde ze tegen Piosen en ze smeerde ook bij hem een beetje over zijn kop en lijfje. 'Zo lijkt het echter.' legde ze uit. Ze wist nog betere trucjes om er zielig uit te zien, maar die kon ze nu niet gebruiken omdat ze de materialen niet tot haar beschikking had. 'Kom.' fluisterde ze. Snel draaide ze zich weer om en liep het steegje uit de markt weer op. 'Niet vergeten; zielig doen.' waarschuwde ze Piosen en ze kromde haar schouders.