Geslacht : Aantal berichten : 42 Punten : 58 Join date : 10-09-10 Leeftijd : 28 Woonplaats : In Je Boekenkast.
Dragon World Leeftijd: My Youth Is Eternal Temmer\draak: Never. Partner: Are You Insane?
Onderwerp: ~ Huongs History ~ zo sep 12, 2010 6:20 pm
Omdat dit blijkbaar hier thuis hoort, of zo (;
»Proloog«
Spoiler:
Verlangend staarde een klein meisje door het raam naar buiten. Ze had de leeftijd van ongeveer 8 jaar. Haar korte bruine haar was in twee vrolijke staartjes vastgebonden, die net iets hoger dan haar oren zaten, wel hing er nog wat haar, dat te kort was, gewoon over haar nek. Haar licht blauwe ogen stonden afwezig, en veel belangstelling voor haar klusje had ze niet. Ze was aardappels aan het schillen. ‘Huong let nou toch eens op wat je doet!’ riep een boze vrouwen stem tegen het meisje. Deze schrok op en draaide met een ruk haar hoofd richting de plaats waar het vandaan kwam. De veroorzaakster was een vrouw, die groente aan het wassen was. ‘Sorry, mam,’ zei het meisje, genaamd Huong, binnensmonds. Ze verlangde er alleen zoveel naar om lekker buiten te kunnen rennen, in de warme zon die haar huid welkom streelde. Ze slaakte een nauwelijks hoorbare zucht. Morgen zou het eindelijk zomer zijn en dan hoefde ze deze rot klusjes niet meer te doen en kon ze gewoon gaan en staan waar ze maar wou.
De dag van de zomer was eindelijk aangebroken. Huong had onrustig geslapen, omdat ze zo zenuwachtig was. De zon kwam langzaam tevoorschijn en onthulde zijn prachtige zonnestralen. Gelijk bij dat sein sprong Huong uit haar bed en kleedde ze zich aan. Zonder verder nog iets te zeggen tegen haar moeder of haar vader rende ze het huis uit; op weg naar het bos. Ze ging altijd naar het bos, haar bos. Ze kende alles er uit haar hoofd en vond een heerlijke plek. Ze genoot van de geluiden, geuren en kleuren die er waren. Maar de dieren bleven het interessantst. De vossen, vogels en wolven trokken altijd haar aandacht. Er waren zelfs vissen in het kleine riviertje te vinden. De verveling kwam harder aan dan ze had verwacht. Ze kende nu onderhand al alles hier, zelfs de trekjes van de verschillende dieren. Het meisje zat in kleermakerszit aan oever van het riviertje. Ze zuchtte, wat nu? Opeens bekroop een nogal bloeddorstige gedachte haar: het vangen van dieren. Ze slikte eventjes, maar nam zich toen voor dat het haar toch niet zou lukken. Snel ging ze aan de slag. Vallen maken en kleine wapentjes, zoals katapulten bleek leuker dan gedacht. Velen malen van mislukte haar poging om een dier te vangen, maar dat was ook niet erg. Het meisje plande er niet eens op om een dier te vangen; het moest gewoon als bezigheid dienen. Toen was er dat muisje… Het kleine diertje spartelde wild onder het, van takjes gevlochten, netje. Met grote ogen vol verbazing keek Huong ernaar, had ze nou echt een dier gevangen? Ze hapte een keer naar adem en dacht na. Uiteindelijk tilde ze het netje op en gelijk sprintte het muisje weg. Met een voldane glimlach keek het meisje het diertje na. Ze wou ze geen pijn doen, het was maar een spelletje. De rest van de dag verliep gladjes. Af en toe wist ze weer een dier te vangen; maar ze liet ze altijd weer vrij. Haar grootste vangst was een vos. Ze had onzeker zijn vacht betast en hem vervolgens weer snel vrij gelaten. Ze zag hoe de lucht rood kleurde, het was bijna tijd om naar huis te gaan. Ze liep nog een laatste ronde door het bos, om haar spullen op te bergen en, indien ze iets had gevangen, het weer vrij te laten. Ze had haar handen vol aan kleine amateurs vallen toen ze naar haar laatste val liep. Een geluid van klapperende vleugels was te horen toen ze er bijna was. Zachtjes legde ze haar spullen neer, zodat ze er op af kon sluipen. Ze was weer eens zo onhandig om op een takje te trappen, dat een oorverdovend kraak geluid maakte. Het geluid van klapperende vleugels werd harder en wilder. Huong balde haar kleine vuistjes en rende erop af. Ze zag een, vrijwel even grote als haar, hagedis beest. Het had een lange nek, vliesachtige vleugels en hoorns. Het dier was spierwit. Het dier zat met een van zijn achterpoten vast aan het netje, dat Huong naar neer had gelegd. Het dier draaide met een ruk zijn hoofd en ontmoette haar ogen. Ze voelde zich als verdoofd. De blik van het dier leek dwars door haar heen te gaan. Het dier bleef haar eventjes rustig aankijken om vervolgens zich hardhandig lus te rukken, waardoor het netje kapot ging, en opvloog. Van haar stuk gebracht keek Huong het elegante dier na.
De dagen erna verliepen vrijwel hetzelfde als de eerste. Maar die hagedis… Ze had hem niet meer gezien tot haar grote teleurstelling. Maar toen kwam veranderde iets. Opeens zag ze de hagedis weer; bij haar vallen. Vol spanning keek ze altijd toe of hij gevangen zou worden, maar hij was haar iedere keer te slim af. Het begon als een soort van spelletje te worden, tussen haar en dat dier. Ze perfectioneerde haar vallen. Ze werden steeds beter en professioneler. Uiteindelijk slaagde ze er zelfs in een wolf te vangen, maar dat lag niet eens dicht bij haar doel. Nogal chagrijnig liet ze het dier vrij, maar niet zonder zijn vacht eerst betast te hebben. Iedere keer aan het einde van de dag ging ze naar de plek waar ze de hagedis het eerste had gezien. Het gaf haar de zelfvertrouwen om door te gaan met het spelletje, ook al was ze er al zolang mee bezig zonder enig resultaat.
»A New Home«
Spoiler:
De dag van Huong haar negende verjaardag was aangebroken. Ze was alweer vroeg op, zoals altijd. Ze sloop haar bed uit en liep geruisloos de trap af. Haar hand raakte de deurknop aan en was er bijna zeker van dat ze het zou halen, tot ze ineens twee trotse stemmen hoorde. Met een ruk draaide het meisje zich om en keek ze in de ogen van haar moeder. ‘Huong, waar ga je naartoe?’ ‘Ik ehh… Ik wou eventjes een wandelingetje maken,’ loog ze met een klein stemmetje. ‘Niet voordat we je je cadeautje hebben gegeven.’ ‘Cadeautje?’ echode ze verbaasd. Ze was het niet gewend om cadeautjes te krijgen met haar verjaardag, hooguit een felicitatie. Haar ouders hadden meestal het geld niet om zoiets te veroorloven. Door het dolle heen rende ze naar de keuken, waar haar vader naartoe was gegaan. Nieuwsgierig keek ze toe hoe hij een houtenbeeldje tevoorschijn haalde. Langzaam overhandigde hij het aan zijn dochter, die er met grote ogen naar keek. Het beeldje leek erg veel op die hagedis. ‘Wat is dit?’ ‘Het is een draak. Een machtig en legendarisch wezen,’ legde haar vader uit. Ze klemde het beeldje tussen haar beiden handen. Die hagedis was dus een draak… Geen wonder dat hij altijd won met hun spelletje; hij was machtig en legendarisch. Ze keek op naar haar vader en moeder. ‘Maar hoe…’ ‘De opbrengst van de oogst was erg goed dit jaar.’ ‘Is er iets dat ik kan doen, als bedankje?’ ‘Maar dit is je verjaardag… Cadeaus horen bij een verjaardag.’ ‘Ik sta erop,’ bood ze met vaste stem aan. Haar moeder zuchtte om vervolgens een blije glimlach op haar gezicht te toveren. ‘Je kunt wel helpen met het wassen van de groentes.’
De tijd vloog voorbij, wat Huong niet had verwacht. Zwijgend waste het meisje de groentes terwijl ze bewonderend naar het beeldje staarde. Ze verlangde ernaar om weer in het bos te zijn, die draak te zoeken… Maar ze had nou eenmaal haar hulp aangeboden. Ze slaakte een zucht en ging toen ijverig door met het wassen van de groentes. Ze werkte snel en ijverig door en voor ze het doorhad was ze klaar met haar stapel. Haar moeder trok haar mond weer open om haar te zeggen wat ze nu moest gaan doen, maar werd onderbroken door een harde knal. Als een soort reflex pakte Huong haar beeldje en volgde ze haar moeder bang met haar ogen. Deze rende naar de deur en keek naar buiten. ‘Draken…’ bracht ze bijna onhoorbaar uit. Ze draaide zich snel om en richtte zich op haar dochter. ‘Huong, ga het bos in. Kom niet vóór morgen ochtend, begrepen?’ commandeerde ze het meisje terwijl ze haar stevig vast pakte bij haar armen. Nogal verward knikte ze. Zodra haar moeder haar losliet zette ze het op een rennen. Ze zag overal mensen rennen, er heerste chaos. Ze hoorde harde brullen. Ze keek een keer om, om naar de vlammenzee te kijken. Er vloog een draak vlak over haar, waardoor een harde ruk wind aan haar trok. Haar hart hamerde in haar borstkas en zonder verder nog na te denken rende ze verder: het bos in. Ze had die avond slecht doorgebracht. Haar maag knorde en ze had het koud. Ook schrok ze iedere keer op uit een nieuwe nachtmerrie. De zon was haar redden, dit was het sein om terug te keren naar huis. Nog nooit had ze er zo erg naar verlangd. Snel krabbelde ze overeind en rende ze terug. Het beeld dat ze toen kreeg zou haar vooreeuwig bijblijven. Overal was as. Hier en daar nog wat vuurtjes, maar er was niets meer dat op een dorp leek. Snel rende ze naar de plek waar haar huis ooit stond. Het was met de grond gelijk gemaakt. Ze schudde haar hoofd, dit was onmogelijk. Dit is slechts nog een nare nachtmerrie. Ze voelde de tranen achter haar ogen prikken en het duurde niet lang of ze barstte in snikken uit. Ze liet zich op haar knieën vallen en voelde de kleine splinters van het hout in haar knieën en scheenbenen prikken. Dit was geen nachtmerrie… Ze beet op beet op haar lip en keek naar het houtenbeeldje in haar handen. Dat was het enige wat ze nog had, van haar vredige leventje. Langzaam stond ze op en snikte ze nog een laatste keer. Ze moest nu niet gaan huilen, dat zou niets opleveren. Ze hapte een keer naar adem en draaide zich om. Langzaam verliet het meisje de catastrofe die was aangericht. Als ze morgen terug zou komen zouden haar ouders er gewoon weer zijn, dat wist ze zeker. Lopen werd snelwandelen, snelwandelen werd rennen en rennen werd sprinten. Ze ging naar de enige plek waar ze zich nog veilig voelde; de plek waar ze haar eerste draak had gezien, degene waarmee ze altijd spelletjes speelde. Ze leunde met haar rug tegen een boom op en liet zich toen naar onder zakken. Ze trok haar knieën naar zich toe en verborg haar gezicht erin. Zachtjes snikte ze, wetend dat er geen troost zou komen. ‘Het spijt me,’ hoorde ze een zachte jongens stem zeggen. Met een ruk keek ze op, zoekend wie het was. ‘Niet iedereen van mijn soort is zo vriendelijk…’ Bang klemde Huong haar handen om het beeldje toen ze zag wie de eigenaar was van die stem. Het was die draak, de witte. Langzaam zette hij een stap in de richting van het meisje. Doodsbang probeerde deze naar achter te krabbelen, maar de boom zat in de weg. De draak keek haar begrijpend aan en haalde diep adem. ‘Rustig maar, ik ben niet hetzelfde als diegene die je ouders hebben vermoord…’ ‘Je bent een moordenaar! Net zoals al die andere!’ Rustig schudde de draak zijn hoofd. ‘Ik lijk niet eens op ze. Als ik echt een moordenaar was had ik jou allang gedood, bij onze eerste ontmoeting. Denk je ook niet?’ Bang haalde Huong nog een keer haar neus op. Ze durfde de draak niet aan te kijken en had haar blik strak op de grond gericht. Ze hoorde zijn voetstappen weer en kneep haar ogen dicht. Hij liep naar haar toe. Ze kroop weer een beetje ineen. Ze voelde de warme adem uit zijn neusgaten op haar benen en vervolgens zijn neus in haar haren. ‘Maak je geen zorgen… Ik zal je beschermen.’ Het meisje barste in huilen uit en klemde haar armen om de draak heen, alsof haar leven van hem afging. Wat het eigenlijk ook deed. Rustig liet de draak het toe en ging hij naast haar liggen toen ze haar greep op hem losliet. Hij legde zijn hoofd op haar benen, die ze nu gestrekt op de grond had. ‘Morgen gaan we naar je nieuwe huis, maar vandaag moet je rusten.’ ‘Hoe heet je eigenlijk?’ ‘Tarik. En mag ik zo vriendelijk zijn jouw naam te vragen?’ ‘Ik ben Huong,’ grinnikte ze zachtjes. Tarik was zo goedgemanierd, vergeleken met hem was zij maar barbaars.
Beiden hielden zich aan Tariks woord. Het enige wat Tarik deed was zijn hoofd op haar schoot houden en Huong in de gaten houden, die rustig sliep. Pas de volgende dag in de middag kwam de draak in beweging. Rustig stond hij op en strekte hij zijn spieren. Huong stond ook op, maar haar blik stond afwezig. ‘Maak je geen zorgen, het lijkt nu nog vrij onecht. Maar vroeg of laat zul je je beseffen dat dit de harde waarheid is.’ Huong draaide haar hoofd en ontmoette zijn ogen. Ze waren fel groen en doordringend. Zijn blik leek dwars door haar heen te gaan, net zoals de eerste keer dat ze hem aan had gekeken. Tarik zakte ietsjes naar onder en keek haar afwachtend aan. ‘Stap maar op, het gaat sneller zo.’ Huong sperde haar ogen open. Het duurde een paar tellen voordat het meisje in beweging kwam. Nogal onhandig stapte ze op. Tarik lachte zachtjes. ‘Je zult er later wel handiger in worden,’ merkte hij op. Ze voelde zijn spieren aanspannen onder haar dijen en, als een soort reflex, klemde ze haar handen weer stevig om het beeldje. Hard zette hij zich af en klapperde hij hard met zijn vleugels. Bang kneep Huong haar ogen dicht. ‘Sla je armen maar om mijn nek heen.’ Huong twijfelde eventjes, maar liet toen met een hand het beeldje los. Ze sloeg haar armen om de nek van de draak heen en klemde het beeldje toen weer stevig tussen haar handen. Ze had nog steeds haar ogen dicht, bang om ze open te doen. Ze voelde de wind door haar haren en langs haar wangen. Ze durfde een oog te openen, maar het werden er al snel twee. Het zwevende gevoel had een rustgevend effect. Het meisje keek haar ogen uit, ze had een geweldig uitzicht vanaf Tarik zijn rug. Ze wierp eventjes een blik op hem, maar hij staarde enkel in het niets.
Pas in het donker kwamen ze aan. Tarik landde sierlijk op de grond, voor een klein bescheiden grotje. Rustig liet Huong zich van zijn rug afglijden. Langzaam liep ze het grotje in en keek ze om zich heen. Er waren twee bedjes; eentje leek meer op een nest dan een bed eigenlijk. Tarik kwam naast haar staan. ‘Het is niet veel, maar alles gebeurde sneller dan verwacht… Dus had ik nog niet zoveel tijd om alles klaar te maken,’ legde hij nogal teleurgesteld uit. ‘Het is geweldig!’ Vol ontzag maakte het meisje een rondje door de grot, alles bekijkend. Tarik had er zeker werk van gemaakt. Hij had veel houd bij elkaar gesprokkeld, fruit gezocht en er was een ook bloederige plek in de grot. Huong haar maag draaide ervan om en ze keek er misselijk naar. ‘Sorry, maar ik ben het soort dat vlees nodig heeft,’ lachte de draak alsof het niets was. Hij boog zijn nek en pakte iets op de van de grond, wat glom in de zonnen stralen die de grot wisten binnen te dringen. Hij liep naar het meisje toe, om haar te laten zien wat hij had opgepakt. Van schrik liet ze het houten beeldje op de grond vallen. Het lemmet van de dolk glinsterde in de bek van Tarik. Hij duwde het in de handen van Huong, die er nogal verstijfd bij stond. ‘Deze zul je nodig hebben…’ ‘Maar ik wil niemand pijn doen!’ ‘Uiteindelijk zal ik er niet meer zijn.’ Huong snapte het niet meer. Boos gooide ze de dolk op de grond. ‘Je had gezegd dat je me zou beschermen!’ ‘Dat zal ik ook doen. Maar dat betekend dat ik dat zal doen ook al hangt mijn eigen leven er vanaf. Dus stel dat ik doodga in mijn pogingen jou te beschermen… Dan moet je jezelf kunnen verweren.’ ‘Maar dat wil ik niet!’ protesteerde ze. Tarik negeerde haar laatste woorden en liep naar zijn nest. Hij liep er een paar rondjes in en ging toen liggen. ‘Denk er maar over na, ik weet dat je het goede zult doen. Want ik ken je beter dan je denkt.’ Huong klemde haar haren tussen haar hoofd. De slaap kon haar niet vatten. Het was al middernacht en nog kon ze niet slapen. Ze had het houten beeldje naast haar bed gezet en staarde naar het lemmet van het mes, dat glom in het maanlicht. Tarik had gelijk. Geruisloos stond ze op en liep ze naar de dolk. Met trillende handen raapte ze het van de grond. Ze klemde het handvat tussen haar handen. Ze hapte een keer naar adem en liep toen de grot uit. Ze raapte wat takjes op die ze tegen kwam onder het lopen en begon toen een netje te maken. Ze wilde wat terug doen voor Tarik. Ze had een paar keer met de dolk in haar vingers gesneden, de eerste paar keren deed het pijn. Maar ze raakte aan de pijn gewend. De dolk was een goed hulpmiddel om een netje te maken. Het netje was beter dan de eerdere versies. Trots klemde ze het tussen haar hand en begon ze de val verder uit te zetten. Eenmaal klaar verstopte het meisje zich in de struiken, met de dolk in haar beiden handen geklemd. Haar zintuigen stonden op scherp, en de diepe duisternis leek maar een schemering in haar ogen. Alles gebeurde vrijsnel. Het konijntje, de val en het wanhopige spartelen om vrij te komen van het beestje. Rustig liep ze erop af. Ze legde haar hand op het diertje en tilde het netje wat op. Ze legde het lemmet van het mes op de nek van het diertje. Ze beet op haar lip en zag hoe haar hand trilde. Ze moest het diertje doden wou ze het aan Tarik willen geven. Haar beeld werd wazig door de tranen die opwelden in haar ogen. Ze kneep haar ogen dicht. Haar hand, waar de dolk in zat, weigerde dienst. Ze begon gejaagd te hijgen van de spanning en sperde haar ogen open. De wilskracht van het konijn om vrij te komen leek niet te verdwijnen. Ze klemde haar tanden op elkaar. Uiteindelijk kon ze zich nog steeds niet beseffen dat ze het had gedaan. Ze hoorde enkel wat geritsel in wat struikje, waardoor ze opkeek en zonder op te letten het lemmet langs de nek van het konijn liet glijden. Ze keek naar het diertje, dat nog wat spartelde. Maar het werd steeds minder, hij was dood aan het bloeden. Huong keek angstig toe naar wat ze gedaan had. Ze hapte een keer naar adem en bedacht zich dat het beter was om het diertje nu maar gelijk te doden, het zou alleen maar leiden. Maar het was makkelijker gezegd dan gedaan. De flank van het dier ging gejaagd op en neer en opnieuw had Huong de dolk bij de nek van het konijn gezet. Deze keer twijfelde ze echter niet. Ze sneed zonder nog te aarzelen de keel van het dier door. Het konijn was dood. Maar zo voelde zij zich ook.
»The Beginning Of A New Story«
Spoiler:
Ze had Tarik alles verteld over haar moord op het konijn. Hij had haar echter geprezen voor haar daad en haar ook een beetje getroost. De tijd daarna verliep echter gewoon. Ze gingen samen op jacht, soms doodde Tarik en soms Huong. Het liet het meisje inmiddels koud over het lot van de dieren. De tijd verstreek sneller dan ze had kunnen denken. Haar achttiende verjaardag kwam al snel. Ze was een volgroeide vrouw geworden. Tarik had haar zelfs een keertje meegenomen naar een dorp dicht in de buurt, om goede kleren te kopen, omdat ze haar oude niet meer aankon. Als extra cadeautje had hij haar een soort van verhaaltje verteld. Meer een soort uitleg eigenlijk. ‘Huong, jij bent een zeer speciaal meisje. Jij kunt iets dat normale mensen niet kunnen en dat heb je een soort van bij mij gedaan. Je hebt me getemd, zonder het zelfs door te hebben. De eerste keer dat we elkaar ontmoette voelde ik al een soort van band tussen ons, maar ik negeerde het simpelweg. Maar toen onze kleine ontmoetingen bleven plaatsvinden werd die band steeds groter. Ook al hadden we nooit tegen elkaar gepraat, hij was er wel. En ik wist dat vroeg of laat het noodlot je ouders zou treffen, het spijt me trouwens dat ik je daar niet over heb geïnformeerd, het leek me beter om dat niet te doen. Het zou ons spelletje toch bederven, niet?’ Zachtjes grinnikte het meisje en knikte ze. Ze was de dood van haar ouders al bijna vergeten, het leek alsof het uitmaakte van een ander leven. Eigenlijk was dat ook zo. De Huong van vroeger was verdwenen en had plaatsgemaakt voor een nieuwe. Ze had eindelijk weer een leven waar van ze kon genieten. Maar er was haar een ding opgevallen; Tarik was niet meer gegroeid. Hij was nog steeds even groot als bij hun eerste ontmoeting. Wat haar bezorgd maakte; stel dat ze aangevallen zouden worden… Die gedachte kwelde haar vaker, maar ze wist hem altijd van zich af te schudden. Maar er werd al snel een antwoord op gegeven. Het gebeurde in het holst van de nacht. Huong had een lichte slaapt ontwikkeld, voor het geval dat er vijanden kwamen, vandaar dat ze al snel omhoog schoot en haar hand op het handvat van haar dolk legde. Het klappergeluid van vleugels naderde. Snel pakte Huong het houten beeldje van de draak en stopte ze het in haar knapzak. Ze had een knapzak met een basis voorraad klaarliggen, voor als ze zouden moeten vluchten. Ze zag hoe Tarik de grot uitsloop en fel naar iets in de lucht keek. Hij hapte een keer naar adem. Net toen hij wou opstijgen boorden een paar vlijmscherpe nagels zich in zijn rug. De kleine draak schreeuwde het uit van de pijn. Huong haar adem stokte in haar keel. Ze klemde de knapzak in een van haar handen en trok met de andere de dolk uit zijn schede. Snel rende ze naar Tarik toe, om hem te helpen. ‘Huong, vlucht nu het nog kan!’ schreeuwde hij naar haar. Het leek alsof haar verleden haar volgde. Haar moeder had ongeveer het zelfde gezegd voordat ook zij stierf. Wild schudde het meisje haar hoofd. ‘Huong, doe wat ik zeg!’ riep hij naar het meisje. Maar opnieuw schudde ze haar hoofd. Toen opeens, werd een van de vleugels van Tarik afgetrokken. Het bloed vloog door de lucht en Huong haar maag draaide om. Tarik sloeg een harde kreet uit. Rode ogen richtte zich op het meisje. Angstig keek ze naar het dier. Het was ook een draak. Hij liet de vleugel van Tarik nonchalant uit zijn mond vallen op de grond. ‘Huong, ren! Ik wil niet dat je dit ziet!’ Tarik zijn trillende stem schoot over. Huong hapte een keer naar adem. Ze moest gehoorzamen. Maar ze zou hem niet met zoveel pijn willen laten sterven. Ze wilde dat hij stierf door haar handen, dat hadden ze elkaar beloofd. Ze stopt de dolk weer terug in zijn schede en klikte een blaaspijp van haar riem los. Kundig stopte ze er een soort van naaldje met wat veertjes aan. ‘Tarik, ik houd me aan mijn belofte,’ prevelde ze. Snel bracht ze de pijp naar haar mond en blies ze erin. Het kleine naaldje baande zich een weg door de lucht om zich vervolgens in de flank van Tarik te boren. Er verscheen een hartelijke glimlach op het gezicht van de draak terwijl zijn ogen langzaam glazig werden. ‘Dank je, Huong…’ was het laatste wat hij uitbracht voordat hij door zijn poten zakte en op de grond viel. Huong beet op haar lip, maar wachtte niet langer. Snel draaide ze zich om en zette ze het op een rennen. Opnieuw was alles van haar afgenomen… En opnieuw waren het weer de draken die het van haar afnamen.