Sorry, ik heb het in Word getypt, en heb dus geen flauw idee hoe ik de tekst "normaal" kan neerzetten, zoals ieder ander stukje dat hier geplaatst wordt. Mijn excuses
Norah is niet de persoon die je rustig moet laten werken. Haar moeder heeft dit als eerste ondervonden, toen ze haar dochter bijna dwong om op de boerderij te werken. Al zeker vijf gerenaties was de boerderij in de familie van haar moeder en zij was vastbesloten die voor te geven aan haar dochten. Dit moest wel, aangezien Norah haar enige kind was, doordat ze na een ongeluk onvruchtbaar was geworden. Tot haar negentiendedeed ze het, al ging het met tegenzin. Voor haar werd het werk dragelijker door haar stiefvader. Hij leerde haar met een zwaard om te gaan en zo leefde ze van dag tot dag. Ze leerde wat ze altijd al had gewild; vechten en verdedigen met het zwaard. Ondanks de dingen die haar stiefvader haar had geleerd, was ze niet in staat de boerderij te beschermen tegen de bandieten. Nog steeds voelt ze zich er schuldig over, maar haar moeder hielp haar er altijd aan herinneren dat enkel de stallen waren afgebrand. Buiten dat ze het een deel haar schuld vond, maakte het haar ook woedend. Zij, haar moeder en haar stiefvader hebben de stallen weer opgebouwd en zijn verder gegaan met hun leven. Toch klopte het niet, hoe erg ze haar stiefvader ook mocht. Haar vader had moeten helpen met het opbouwen. Híj had haar moeten leren zwaard vechten. Híj had haar moeten opvoeden. Híj had er niet vandoor moeten gaan toen bleek dat haar moeder na het “ongelukje” al op vroege leeftijd zwanger was. Met de laatste zomerzonnestralen was hij in de herfst verdwenen. Hoewel ze nog steeds haar vader hierover niet kan vergeven, voelt ze zich schuldig. Als zij er niet was geweest, hadden haar ouders geen problemen gehad. Het enige wat Norah met haar vader nog bindt, is de drang om eindeloos te kunnen blijven. Nooit kan ze lang op één plek blijven. Langzaam begint ze te beseffen, hoe erg ze het ook buiten wilt sluiten, dat die drang misschien is geboren uit de nieuwsgierigheid waar haar vader is. Als ze hem ooit, op een dag zou vinden, zou ze hem eens goed de waarheid zeggen, hem vertellen hoe zíj erover denkt. Ondanks dat ze het begint te accepteren dat ze opzoek is naar haar vader, haat ze de man. Misschien zal ze hem nooit vergeven, misschien al bij het eerste ogenblik dat ze elkaar zien. Haar verleden heeft haar behoedzaam gemaakt voor mannen en haar gesloten met een oeroud slot. Ze zal niet gemakkelijk iets loslaten over haar verleden, en wanneer ze zal proberen meer los te krijgen dan ze kwijt wilt, kan je een snauw verwachten. Weet je dan nog niet van ophouden, dan s er een kans dat je het blinken van haar zwaard van dichtbij kan zien. Ze is dan ook een temperament vol karakter om te zien en te ervaren. Toch kan je ook een andere kant van haar zien, eentje die je niet achter het masker, die ze voor iedereen draagt, zal plaates. Het zwaard dat ze kan trekken hangt in een leren schede aan een riem. De riem is strak om haar heupen gegespt en verhult de overgang van haar korte tuniek en haar mosgroene broek. De stof ervan ligt strak om haar benen en lijken te verdwijnen in het schoeisel om haar voeten. Met dunne veters worden de leerachtige schoenen bij elkaar gehouden. Een zwarte tuniek, afgezet met witte randen, draagt ze onder de leren borstbeschermer. Die gaat ook door op haar rug en wordt aan de zijkanten van haar romp bijeengebonden. Haar lange, bruine haar draagt ze vrijwel altijd los, waardoor de fel groene ogen er fel tegen afsteken.
Ze is bijna verslaaft aan het onbekende. Toch hadden draken haar nooit erg getrokken, maar sinds ze is ontwaakt in deze magische wereld begint ze er toch anders over te denken.