Het luidde gerinkel van de bel vervaagd in het niets door het luidruchtige café. Kort aarzelend bleef het meisje van geschat zestien jaar in de deuropening staan. Ze had lichtgolvend, karamelkleurige haar dat tot ver over haar schouders reikte, en ze droeg een lang, smaragdengroen gewaad versierd met enkele vreemd gevormde gouden borduursels. Met haar rechterhand tastte ze zonder neer te kijken naar het handvat van de dolk, die ze naast het éénhandige zwaard, altijd aan de lederen riem vastgegespt droeg. Het was een gewoonte geworden, om naar haar dolk te grijpen wanneer ze zich onprettig voelde. Tenslotte had ze zich al een lange tijd niet meer in een veilig gebied kunnen huisvesten waardoor ze was gehard door haar omgeving. Toch was de vreemde kledij van het meisje niet het gene wat het meest aan haar uiterlijk opviel. Dat waren vooral haar heldere, saffierblauwe ogen. Ze straalden een soort onmenselijke hardheid uit. Alsof ze ieder moment spontaan iemand het leven zou nemen. Het was het moeilijk je ogen van háár ogen af te houden. Ze trokken aan je. Hypnotiseerden je. Toch waren de blauwe irissen slechts een schild voor het karakter wat er achter verborgen lag. Als een boek, klaar om gelezen te worden.
Jade is een koppig, eigenzinnig kind dat begrepen wilt worden, en tevens ook een goede luisteraar, al heeft ze het meer op actie. Als je de tijd neemt haar goed te leren kennen, is ze vriendelijk, en een fijn persoon om om je heen te hebben op lange trektochten. Ze ziet graag de logica in dingen en deinst er niet voor terug om haar fouten toe te geven. Na veel oefenen heeft ze ook de wil van het zwaard onder de knie gekregen, enkel haar eikenhouten boog luistert nog altijd beter naar haar commando's. Met draken is ze nooit echt in contact geweest, al ligt haar nieuwsgierigheid en interesse hier wel. Haar ouders heeft ze nooit gekend. Ze is opgegroeid in een weeshuis, heeft toen een tijd als pleegkind bij een adellijke familie ingewoond, en is daarna de wijde wereld ingetrokken.