terugkeer van en strijd

Azazeal lande in het mistige meer, hij was verloren gevlogen. hij kwam juist terug van een gevecht warin zijn ruiter was gesneuveld. Hij dacht dat hij nu nooit nog iemand zou vinden. Hij moest terug aan de afgelopen 5 uur denken, al zijn vrienden al de ruiters, allemaal dood.

Mudly was aan het mistige meer wat ingredienten aan het maken. Hij zag een schim in het water landen. Hij ging gewoon verder. Hij maaktte een vuurtje van hout en legde er een konijn op. Hij keek lette op de schim wie weet hoe het zou reageren op het vuur. Hij vroeg aan Milo of hij ook wat te eten wou. Maar Milo wees dit af. Mudly probeerde goed door de mist te kijken. Het leek op een draak die net uit een gevecht was gekomen. Maar dit wist hij niet zeker. Hij doofde het vuur, legde zijn spullen neer en liep rustig in het water. Wetend dat hij een risico kon lopen zwom hij richting de schim die langzaam groter werd en uiteindelijk een draak bleef te zijn. Mudly keek naar een mooie draak die niet echt vrolijk leek.

Azazeal keek naar de mens en shrok. 'wat is hij met mij van plan?' dsacht azazeal. hij keek d emens recht in de ogen. Hij keek naar Mudley.

Mudly zag dat er nog een draak in het meer was. De kop kwam voor de helft boven water. Hij lachtte. Hij wist niet of de draak slecht was dus hij was op zijn hoede. Hij voelde geen ongemak bij 2 draken. Zolang ze niets bij hem deden probeerde hij ook niets tegen hun te doen. 'Ook hallo' zei Mudly tegen de andere draak. Hij keek terug naar de zwarte draak voor hem. Die hem angstig aankeek. 'Ik doe niets hoor.' zei hij. 'Is er iets gebeurd?' vervolgde hij. Natuurlijk was er iets anders leek het niet dat hij net uit een gevecht kwam. Hij was bezorgd om de draak en hij wilde hem ook niet temmen. Hij wilde een draak nooit temmen. Een draak moest met hem mee willen en als hij dat niet wil dan is hij vrij om te gaan en te staan waar hij wil.

Azazeal keek naar mudley en zei "Ik kom juist terug van een gevecht... al men vrienden en al de ruiters zij dood. Ik ben de enige overlevende. Ik heb niemand meer." hij keek naar Hania en bestudeerde die goed. Dan keek hij terug naar Mudley. Azazeal had best wel honger.

Mudly had net gejaagd dus hij had nog wat konijnen, het was toch slim dat hij altijd meer nam dan dat hij en Milo op zouden kunnen. 'Honger?' herhaalde hij. 'Ik denk niet dat 5 konijnen genoeg zijn om een draak te vullen. Laat staan twee.' Hij keek even naar de blauwe draak. Milo kwam aanzwemmen en keek met grote ogen naar de, voor hem, grote en zwarte draak. Hij zag ook de andere draak maar die leek niet zo groot, doordat die draak voor groten deels onder water was. 'Mag ik naar jullie namen vragen?' vroeg Mudly aan de 2 draken. Hij keek vragend naar zowel de zwarte als de blauwe draak voor hem.

"Ik ben azazeal, ik ben royaal.En jij bent?" azazeal was al minder bang, mudley leek betroiuwbaar te zijn, maar met die slechte rijders kon je maar nooit weten. Azazeal draaide zich om zodat mudley het legendarische zwaard kon zien blinken.

'Mijn naam is Mudly' zei hij. Hij verzweeg maar wat hij nog meer was. Hij keek naar het zwaard. 'Mooi zwaard.' zei hij. Mudly begon het een beetje fris te krijgen in het water. 'Is dat zwaard van je vorige ...' Mudly stopte. Het kon nogal gevoelig liggen voor de draak dus hij ging er maar niet verder op in. Snel verzon hij iets om over te praten. 'Je had honger, toch? Aan de waterkant liggen nog een paar konijnen als je wilt.' Milo keek naar de draak. 'En ik ben Milo. De beste vriend die Mudly zou kunnen hebben.' zei hij een beetje opscheppend. Net alsof hij veel groter was als de draak voor hem. 'Milo...' zei Mudly streng. 'Verontschuldig me, Azazeal. Milo kan soms zo jaloers zijn.' 'Ik?' zei Milo. 'Ja jij.' zei Mudly. Hij keek terug naar de zwarte draak. 'Zullen we naar de waterkant gaan? Het water begint een beetje koud te worden.'

Milo keek met grote ogen naar de draak die verder boven water kwam. Het leek dus een grotere draak te zijn dan Milo dacht. Mudly keek naar de draak die langzaam boven hem uit rees. Hij had in zijn leven maar 1 keer een waterdraak gezien. Het waren wel fancinerende draken, alhoewel Mudly van die drakensoort het minst af wist. Hij keek naar de blauwe draak. De draak zag er niet boos of dreigend uit maar hij bleef wel op zijn hoede.

"jah het was inderdaad van men vorige ruite en aangenaam trouwens mudly en milo." hij keek milo vadelijk aan waardoor azazeal aan zijn gesneuvelde zoon moest denken. "Mijn vorige rijder was koning en ik was de koning van de draken waar ik vandaan kom." hij keek mudly aan en keek bedroefd naar de grond, maar daarna richte hij zich weer fier op. Hij keek naar hania die uit het water kwam maar schenkte daar niet veel aandacht aan.

Een derde draak landde in het meer, Sky stond tot haar schouders in het diepe water. Ze keek eerst naar Azazeal, naar Hania en toen naar Mudle 'Mudly' ze glimlachte even, toen keek ze Azazeal aan 'mijn naam is sky' zei ze. Sky keek naar Mudly en toen even naar Hania. De grote witte draak die Sky's spiegelbeeld vormde vauwde zijn vleugels: Sky vauwde haar vleugels.

Mudly richtte zich weer op Azazeal. Hij had er moeite mee om een draak zo bedroefd te zien. Zelfs Milo had medelijden. Mudly keek naar de blauwe draak. 'Kom er bij.' zei hij tegen haar. Hij keek terug naar Azazeal. 'Is er iets wat ik voor je zou kunnen doen?' vroeg hij. Milo vloog ondertussen naar Azeazal. Keek hem aan en zei in mensentaal: 'Ik kan moeilijk tegen verdrietige draken. Daar krijg ik ook een moeilijk gevoel van.' Mudly vond het aardig wat Milo zei. Normaal was hij altijd erg nijdig tegen anderen. Vooral als hij het gevoel kreeg dat ze zijn vriend wilden zijn. Hij was bang dat zijn plaats ingenomen werd. Mudly keek opnieuw naar de blauwe draak. 'Mag ik jou naam ook weten?' vroeg hij.
Hij zag Sky landden. 'Hey Sky, hoe is het met Venray?' Drie draken al. Zolang het niet op een gevecht uitliep vond Mudly het niet erg.

Sky knikte vriendelijk naar Mudly 'hij groeit al snel' informeerde ze. Het water voelde koud aan, maar wel ferfrissend. Sky was groter dan de anderew draken, ze vond het wel een nadeel om een Air Dragon te zijn aangezien dat soort een van de grootste was.... Ze keek Azazeal aan en zag dat hij verdrietig was. Ze omklemde haar overwoestbare amulet dat om haar nek hing met haar poot.

"mijn naam is azazeal." zei hij tegen sky. "Neh mudly er is voor zover ik weet niets dat je voor me kan doen. Bedankt maar jijmomet je niet verdrietig voelen milo, je hebt mudly, mudly zal je alles geven en je beschermen." hij keek de milo lief aan en keek toen weer naar sky. "Aangenaam" Er zwom een grote vis tussen azazeals poten en die at hij op. Hij keek naar de rest.

'aangenaam' Sky knikte ook even naar Hania en Azazeal. Sky keek naar het water. Een zachte bries kwam over het meer. Sky richtte zich op Mudly 'heb je het niet koud?' vroeg ze. Het water was tenslotte niet erg warm en het begon te schemeren. Sky keek naar de lucht en liep het water uit. Eenmaal op de kant waaide een warme bries haar natte schubben droog. Ze glimlachte.


(ik moet gaan)

'Dat is goed om te horen Sky' zei Mudly. 'Nee gaat wel.' Hij keek naar Hania. 'Aangenaam.' Zei hij. Hij richtte zich op Azazeal. Milo ging tegen Azazeal liggen. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Mudly genoot van de natuur. Hij genoot ook van draken om zich heen. Het zijn mooie beesten dacht hij. Hij had het te doen met Azazeal. Mudly zou er geen problemen mee te hebben om nog een draak als mederijziger hebben. Hoe meer zielen, hoe meer vreugd dacht hij altijd. Hij dacht na. Hania was inmiddels gaan liggen. Mudly was blij dat ze zich niet bedreigd voelen, wie weet wat er dan zou kunnen gebeuren.'

"je doet me denken aan men zoon milo, hij was even schattig als jou en juist even groot. Ik mis iedereen zoveel, en nu sta ik er alleen voor." hij keek sky aan ze was machtig en groot. Hij keek naar hania en dan naar mudly. "Hoe heb je milo leren kennen?" vroeg hij aan mudly.

'Ik heb hem ooit gevonden bij een riviertje. Hij was gewond. Ik heb besloten om hem te verzorgen. Hij was er slecht aan toe en hij was erg moe. Het duurde 5 maanden voor hij volledig was hersteld.' Hij keek naar Milo en weer terug naar Azazeal. Hij had het er moeilijk mee en het feit dat Milo op zijn zoon leek verbeterde het er niet op. Mudly stond op en liep naar hem toe. 'Je hoeft er niet alleen voor te staan.' zei Mudly. 'Je mag met ons mee reizen. Als je dat wilt natuurlijk.' Mudly keek vol vertrouwen naar Azazeal. Hij keek even om naar Hania en Sky. En keek weer terug naar Azazeal.

"Ik,... Ik weet het niet, mischien leeft men oude ruiter nog" hij keek mudly aan. Uiteindelijk zei hij: "Goed ik ga met jullie mee" hij keek mudly bedankend aan "Bedankt mudly" azazeal liet het zwaard op de grond vallen. "Hier, voor jou." huij keek naar milo. "Ik hoop dat je het niet erg vind milo?"

Milo schudde zijn hoofd. 'Nee ik vind het niet erg dat je meereist.' zei Milo. Ondertussen keek Mudly naar het zwaard. 'Ik waardeer het zeer, maar dit is het enige wat je over hebt van je vorige rijder. Weet je het zeker?' Hij keek de draak aan. Hij dacht even na of Maylin het wel goed zou vinden, maar hoe dan ook het was zijn beslissing of hij met de draak zou willen reizen of niet. Hij keek even naar Hania en Sky. Mudly kon het niet hebben dat een draak alleen moest reizen, vooral als die draak het niet zou willen.

"Ja ik weet het zeker." Hij keek mudly overtuigd aan. "Ik wil dat de rijder waar ik met mee reis het zwaard heeft, dus in dit geval ben jij dat. Tenzij dat je het niet wilt." Hij keek van mudly naar milo, van milo naar sky, van sky naar hania en van hania weer naar mudly. "Het zal me een eer zijn." Zei hij tegen mudly

'Okey ik neem het.' zei Mudly. Hij pakte het zwaard vast bij de handvat. Gelukkig had hij nog een plaats over voor een zwaard. Hij plaatste het op zijn rug. 'Ik zal er voor zorgen dat het niet beschadigd.' zei hij. Hij had niet erg veel wapens bij zich. Meestal een paar werpmesjes en zijn zwaard. Dus nog een zwaard kon er wel bij. Hij keek even naar Milo en ging weer op de grond zitten. Vanavond zou hij hier blijven maar morgen zou hij verder moeten.

Sky's staart zwiepte rustig door de lucht, ze dronk wat water en sprijdde toen haar vleugels. Haar grote witte vleugels. Sky keek naar de vier in het water 'tot weerziens' ei ze. Ze knikte rustig naar hen waarbij ze even haar ogen sloot. Toen keek ze naar de lucht, zakte iets door haar poten en zette zich af. Zonder enig geluid steeg ze op en verdween ze in de dikke mist hoog in de lucht.

azazeal knikte naar sky en vroeg aan mudly. "Wat is het dat je verbergd voor me? En zeg niet niets want ik weet dat je iets verbergt. Het heft iets met jou te maken." hij keek mudly bestuderend aan en legde zich toen neer naast milo.

Mudly zag hoe Sky wegvloog. Hij keek daarna Azazeal vragend aan. Het enige wat hij wist dat hij verzweeg was het feit dat hij een slechte kant had. 'Ik weet niet presiec hoe ik het moet zeggen....' zei Mudly 'Ik heb een soort van gespleten personijkheid. Deze ziet iedereen als een vijand en probeert ook iedereen te vermoorden.' Hij was bang dat Azazeal hem daardoor niet meer accepteerde. Hij keek hem bezorgd aan. 'Ik zal er voor zorgen dat hij jou niets aandoet.' zei hij vastberaden. Hij keek even naar Hania.